2.4. Het biedproces

Voorafgaand aan het spelen vindt het bieden plaats. Tijdens de biedfase overleg je met je partner of er met troef gespeeld wordt of niet en zo ja, welke kleur troef wordt. Net als bij StartersBridge, zoek je samen met je partner naar een kleur waarvan je samen minimaal acht kaarten hebt.

De gever begint met bieden en vervolgens verloopt het bieden met de klok mee. Je noemt niet langer je punten hardop, zoals bij StartersBridge, maar vertelt in codetaal iets over je kaart.

Er zitten dertien slagen in het spel en als leider moet je minimaal zeven slagen, de helft maken. Hoe hoger je biedt, hoe meer slagen je moet halen en hoe meer punten je kunt scoren, maar ook verliezen.

Het laagste bod begint op éénniveau en dat verplicht je tot het halen van zeven slagen, bijvoorbeeld 1♠: een voorstel om schoppentroef te maken; je moet minimaal zeven slagen maken. Je moet altijd zes optellen bij wat je biedt. Een bod op tweeniveau betekent acht slagen tot en met dertien (alle) slagen op zevenniveau. Als je 4 biedt, dan stel je voor harten troef te maken en verplicht je jezelf tot het halen van tien slagen. De tegenpartij zal zijn uiterste best doen om minimaal vier slagen te halen en jullie down te spelen. Als je één slag te kort komt, ben je één down (één onder het contract dat je had geboden).

Net als bij een veiling, moet tijdens het bieden ieder bod hoger zijn dan het voorgaande bod. Dat 2 hoger is 1 is vrij logisch. Maar hoe zit het met 1 en 1♠? Om te bepalen of 1 hoger of lager is dan 1♠ hebben de speelsoorten een rangorde: ♣ is de laagste speelsoort, dan , dan , ♠ en tenslotte SA. Het laagste bod is 1♣ (zeven slagen maken met klaveren als troef) en het hoogste bod 7SA (alle dertien slagen zonder troef). Omdat schoppen hoger is in rang dan harten, is 1♠ hoger 1. Na 1 mag je daarom wel 1♠ zeggen, maar na 1♠ niet 1. Als je na 1♠ harten wilt bieden, moet je (minimaal) 2 bieden waarmee je je verplicht tot het maken van acht (of meer) slagen.

Het bieden is afgelopen als drie opeenvolgende spelers gepast hebben, mits iedereen aan de beurt geweest is. Het contract is het laatst gedane bod en het leider-dummy-paar is het paar dat dit contract geboden heeft. Degene die de speelsoort van het contract (eindbod) als eerste geboden heeft, wordt leider. Nadat je eerst gepast hebt, is het geen bezwaar om daarna weer mee te bieden.

Hieronder staat een aantal biedverlopen. Zonder op de betekenis ervan in te gaan, bekijken we het biedproces:

Voorbeeld A: West is gever en opent de bieding met 1. Iedereen past vervolgens. Het bieden is afgelopen als drie mensen gepast hebben, anders zou West zijn eigen bod herstellen.
Dit biedverloop geeft aan: het contract (eindbod) is 1. OW worden leider en dummy en omdat West als eerste harten geboden heeft, wordt West leider en moet hij minimaal zeven (1 + 6 = 7) slagen halen.

Voorbeeld B: Noord is gever en opent met 1♠. Oost biedt 2 en Zuid biedt 4♠. 4♠ is het contract: schoppen wordt troef en de leider moet minimaal tien slagen halen. Noord heeft als eerste schoppen geboden en wordt leider.

Voorbeeld C: West, Noord en Oost passen. Er hebben drie mensen gepast. Omdat Zuid geen kans gehad heeft om te bieden, is het bieden nog niet afgelopen en kan Zuid een openingsbod doen. West die eerder paste, mengt zich nu in de bieding en ook Noord biedt nu ‘gewoon’ mee. Na het bod van partner Noord stelt Zuid voor om sans atout te spelen. Noord past en vertrouwt zijn partner. 3SA = negen slagen zonder troef. Zuid biedt als eerste SA. Zuid wordt leider.

Speel je aan tafel, dan heb je allemaal een eigen biedbakje op tafel staan met daarin kaartjes met biedingen. Je doet een bod door een kaartje uit het bakje te pakken (inclusief alle kaartjes erachter) en deze voor je op tafel te leggen met de tekst naar het midden gericht. De biedkaarten worden van links naar rechts in een rij geplaatst waarbij de biedkaarten elkaar gedeeltelijk overlappen en alle biedingen zichtbaar blijven (zie hieronder). Wil je niet hoger bieden, dan leg je Pas neer. In de meeste biedbakjes wordt SA (sans atout) als NT weergegeven (no trump, zonder troef).

Speel je online, dan wordt het biedbakje op je beeldscherm weergegeven en klik je het bod aan.

Voorbeeld van een biedverloop aan tafel:

  1. Noord is gever en begint met Pas
  2. Oost     past
  3. Zuid     opent 1 – Zuid doet het openingsbod
  4. West    past
  5. Noord biedt 2
  6. Oost     past
  7. Zuid     biedt 4
  8. West    past
  9. Noord past
  10. Oost     past – het bieden is afgelopen na drie keer Pas

In het hierboven staande voorbeeld is het contract 4. Degene die de speelsoort (harten) als eerste geboden heeft, wordt leider (Zuid), degene links van de leider komt uit (West) en de partner van de leider is dummy (Noord). Zuid moet tien slagen halen.

Om tot het beste contract te komen, laat je de (ingewikkelde) scoreberekening ook meewegen. Deze staat in hoofdstuk 2.5 De scoreberekening uitgelegd.


Door je te registreren of door hieronder in te loggen krijg je toegang tot door mij ontwikkeld oefenmateriaal. Het oefenmateriaal bestaat uit quizzen en spellen die je interactief kunt spelen op VuBridge (handleiding).


0
    0
    Winkelmand
    Je winkelmand is leeg
    • Stuur mail

      Stuur bericht of bel 06 432 864 51

    • WhatsApp